Columns van Saskia van der Elst

Column #4

Ik heb moeite met poseren. Ik snap gewoon niet hoe het moet. Mezelf mooi en met overtuiging presenteren. Cool and collected. Ik word er ongemakkelijk van en lacherig.

Bij Professionalista werd een fotoshoot georganiseerd. Met drie topfotografen. Per fotograaf heb je een kwartier. Dat geeft mij geen druk, ik vind het juist fijn. Ik weet waar ik aan toe ben, de fotografen zijn  goed in mij geruststellen en leggen mij op mijn best vast.

Ik wilde graag nieuwe toneeljuffoto’s. Ook met Teddy, mijn beer. Ik ben druk bezig met het maken van een voorstelling over ‘Beren op de weg’. De dingen die we onszelf voorhouden, waardoor we geen spannende stappen hoeven te zetten. De berenvoorstelling wordt mijn eigen #TeddyTalk.

Mijn zenuwen voor de shoot waren redelijk te doen. Ik had gelijk succes met mijn beer. Of beter gezegd, hij had succes en mocht op verschillende selfies met andere ondernemende vrouwen. Na afloop was hij doodmoe.

Ik heb gelachen, geposeerd, gesprongen, op straat gelegen, mijn ‘innerdoutzen’ gezocht, in de verte gestaard, gepraat, verteld, gedeeld en ben door allerlei lagen ongemak gegaan.

Moeite hebben met poseren heeft denk ik te maken met mezelf de moeite waard vinden. Maar ook met maskers. Ik hou niet van nep. Ook niet op foto’s. Als het te geposeerd is dan vind ik het onprettig. Dan zoek ik naar de persoon achter dat plaatje.

Monique, Paula en Dana hebben er alledrie iets moois van gemaakt. Ik ben ontzettend blij met het resultaat. Niks neps aan!

Column #3

Tweeëneenhalf jaar geleden werd de wereld opgeschud door de coronapandemie. Wat een wonderlijke tijd. In het begin leek het of iedereen er aardiger van werd. Meer aandacht voor elkaar, meer rust. En wandelen als een malle.

Wat het mij vooral gaf was: geen werk. Het ging juist zo lekker in die tijd. Ik had veel klussen, actie en afwisseling. Ergens in mijn hoofd zoemde wel een stemmetje over ‘tijd om te reflecteren, welke richting wil je op, is dit hoe je het echt wilt’. Daar hoefde ik weinig aandacht aan te besteden want ik moest doorrrr. Tot het niet meer hoefde. Bam ik zat thuis, met niks om handen.

Tijd had ik. Zeeën van tijd. Ik wist me eerst geen raad. Tot ik al die tijd bewust ging gebruiken. REFLECTEREN. Wilde ik nog wel wat ik deed? Het verrassende antwoord bleek ‘nee, ik wil een ommezwaai’. Voorzichtig ging ik die maken. Een switch van spelen met kinderen naar spelen met grote mensen. Na de eerste lockdown startte mijn eerste cursus ‘Toneel om te groeien’ voor volwassenen.

Het was een feest. Volwassenen zijn geweldig om mee te spelen. Ze weten waarom ze het doen en ze begrijpen de diepere laag. Natuurlijk is het spannend en een beetje vreemd in het begin. Maar het geeft zoveel ruimte in je hoofd. Het is een heel groot geluk om vaak en hard te lachen. Gewoon omdat het kan.

Corona heeft mij mijn speelplezier teruggegeven. Wat bracht het jou?

Column #2

De tekst ‘Laat het kind in jezelf niet verloren gaan’ irriteert mij altijd.
De boodschap ‘lekker gek blijven doen mensen!’ is ongemakkelijk en gaat voorbij aan waarom het belangrijk is om je kind-oorsprong te behouden.

In dezelfde trant wordt vaak de valse quote van kinderboekenheldin Pippi Langkous gebruikt ‘Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het kan!’. Pippi heeft dit nooit gezegd. Zoek het op via google, of beter nog lees de verhalen over Pippi.

Ik erger me aan die uitspraken omdat het nep is. Het klinkt kinderachtig. Niet origineel. Een volwassene die zich als een kind gedraagt is potsierlijk. Pippi Langkous fout citeren is nogal knullig en afgezaagd.

Spelen
Spelen roept een kind-associatie op. Dat is terecht, kinderen weten nog hoe je moet spelen. Als kind zijn we meestal op ons best, zonder al teveel invloed van de wereld die het beter weet. Dat vrije gevoel verliezen we als we volwassen worden. We raken onze oorspronkelijkheid kwijt, hetgeen wat jou jou maakt raakt ondergesneeuwd door ‘hoe het hoort’.

Durf
Ik promoot het spelen voor volwassenen. Als je durft te spelen laat je de kaders die het leven je opgedrongen heeft los. De vrijheid van een kind, zonder kinderachtig te doen. Daarmee kom je terug bij wie je bent.

En wat blijkt? Je was al helemaal goed gelukt. Daar heb je geen onnozele kreten voor nodig. Alleen een beetje lef. Daarin kun je Pippi dan weer wel als voorbeeld nemen.

Column #1

Wat ik mij vooral herinner van mijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel is dat ik erheen ben gereden met de auto. Ik had pas kort mijn rijbewijs en vond rijden niet fijn. Parkeren vond ik al helemaal een crime. Ik was zenuwachtig die dag voor het parkeren. Verrassend genoeg lukte het om mijn auto achteruit perfect in een vak te zetten. ‘Hij staat helemaal recht!’ jubelde mijn hersenen.

Autorijden en ondernemen lijken op elkaar 
Je moet goed opletten, beslissingen nemen, de baas zijn. Door ervaring word je er beter in. Dat lukte mij zeker met ondernemen.
Ik ben negen jaar verder en ik houd meer van mijn bedrijf dan ooit. Ik zit achter het stuur en volg mijn eigen weg. Waar ik in het begin graag een bedrijfstomtom had gewild ben ik nu dolblij dat niemand zich ermee bemoeit.

Het verschil
Groot verschil met autorijden is dat de ongelukken die ik veroorzaak in mijn bedrijf van mij zijn. Ik rijd soms verkeerd, ik bots tegen de vangrail, ik vergeet weleens in mijn spiegels te kijken. Meestal leidt het tot iets beters. Iets wat ik anders niet had gezien. Deze ‘bedrijfsongevallen’ zijn een geluk bij een ongeluk. Op de weg zou dat toch anders zijn.

Weet je
Ik ben toentertijd gestopt met autorijden. Nu denk ik voorzichtig aan opnieuw proberen. Als ik mezelf kan leren rijden in mijn bedrijf, waarom dan niet in een auto. ‘Ik rijd helemaal recht’ hoor ik mijn hersenen al jubelen. Wie weet waar het mij brengt.